top of page

Haags Kinderontvoeringsverdrag

Wat is het doel van het Haags Kinderontvoeringsverdrag 1980?

Het doel van het Verdrag is internationale kinderontvoering te voorkomen. En daarnaast om ervoor te zorgen dat een ontvoerd kind zo snel mogelijk terugkeert naar het land waar het vandaan komt. Het Verdrag is van toepassing op kinderen tot 16 jaar oud.

 

Wanneer is sprake van internationale kinderontvoering?

Het Verdrag bepaalt wanneer sprake is van internationale kinderontvoering. Dat is het geval als een kind vanuit zijn gewone verblijfplaats is overgebracht naar of wordt achtergehouden in een ander land, zonder toestemming van de andere ouder. Deze andere ouder moet dan wel het gezag hebben over het kind of zeggenschap hebben over de verblijfplaats van het kind.

 

Wat is gezag en wanneer hebt u dat?

Of een ouder met het gezag over een kind is belast (zeggenschap heeft over de verblijfplaats van het kind), wordt bepaald op basis van het recht van het land waar het kind woonde voordat het naar het buitenland werd meegenomen. Het Verdrag spreekt over de gewone verblijfplaats van het kind. Van belang is dus om te weten waar de gewone verblijfplaats van het kind was op het moment dat het kind mee naar het buitenland werd genomen. Dat is niet altijd eenvoudig vast te stellen. Hoe lang moet je ergens wonen voordat de gewone verblijfplaats daar is? Wat is de inhoud van het gezagsrecht in het land waar het kind zijn gewone verblijfplaats had? 

 

Als uw kind uit Nederland is meegenomen naar het buitenland, zal dus moeten worden vastgesteld of de ouder in Nederland met het gezag over het kind belast was. Als uw kind naar Nederland is meegenomen, zal op basis van het recht van het land van waaruit het kind is meegenomen, moeten worden bepaald of de ouder het gezag over het kind had.

 

Wanneer wordt een kind toch niet teruggestuurd naar het land van herkomst?

Als vaststaat dat een kind in strijd met het gezagsrecht van de andere ouder in Nederland verblijft, is de rechter in principe verplicht het kind terug te sturen. Dit is anders als de ouder, die het kind heeft meegenomen, met succes een beroep doet op de weigeringsgronden van het Verdrag. Een weigeringsgrond is bijvoorbeeld dat een kind zich tegen terugkeer verzet. Het kind moet dan wel oud genoeg zijn om de gevolgen van dit verzet te kunnen overzien. Hoe oud precies, is afhankelijk van de rijpheid van het kind zelf. Het moet dan niet alleen gaan om verzet om bij de andere ouder te zijn. Daarnaast zal een kind niet worden teruggestuurd als de ouder, die het kind heeft meegenomen, bewijst dat het kind in het land van herkomst in een ondragelijke toestand komt te verkeren. De rechter hanteert deze weigeringsgronden heel strikt en een beroep op deze gronden wordt dan ook niet snel toegestaan. Het is echter aan de rechter om een oordeel te geven.

bottom of page